PC
124.00 – Meeruren in het kader van KB 213
Toepassingsgebied
Voor de ondernemingen ressorterend onder PC 124.00 voor het
bouwbedrijf en de werknemers die bij deze
ondernemingen tewerkgesteld zijn, werd door KB 213 een regeling
ingevoerd m.b.t. het presteren van bijkomende uren,
bovenop de grenzen van de Arbeidswet. Men kan hiervan uitsluitend
gebruik maken tijdens de zomerperiode en tijdens
periodes van intense activiteit. Buiten deze periodes kan men niet
van de bijkomende uren genieten.
Deze regeling heeft als doel de bouwsector meer flexibiliteit te
garanderen en zwartwerk te vermijden.
In het B.S. van 10.01.2022 werd een wet gepubliceerd die met
ingang van 20.01.2022 enkele versoepelingen aanbrengt aan
deze regelgeving zonder evenwel het totaal aantal bijkomende uren
te verhogen.
Aantal uren
De wettelijke arbeidsduurgrenzen zijn vastgesteld op 8 uur per dag
en 40 uur per week. Met ingang van 20.01.2022 mogen
deze grenzen voortaan overschreden worden met 1u30 per dag en 7u30
per week. Hierdoor kan op dagbasis 9u30 gewerkt
worden en op weekbasis 47u30.
Voorheen mochten de grenzen slechts worden overschreden met
maximaal 1 uur per dag en 5 uur per week.
Deze mogelijkheid is voorzien voor 130 uren per jaar en dit
tijdens de zomerperiode en in periodes van intense activiteit.
Onder bepaalde voorwaarden kan deze grens verhoogd worden tot 180
uur per jaar.
Procedure
Alvorens men hiervan gebruik kan maken, dient KB 213 door
ondernemingen te worden ingevoerd mits het respecteren van een bepaalde
procedure. De procedure verschilt naargelang het gaat om de eerste 130 overuren
dan wel de 50
daaropvolgende overuren. Alle mogelijke uurroosters die kunnen
worden toegepast in dit kader moeten worden
opgenomen in het arbeidsreglement. De procedure voor het opstellen
of wijzigen van een arbeidsreglement dient hier
gevolgd te worden.
Om hiervan effectief gebruik te kunnen maken, dient het gekozen
uurrooster ten laatste 24 uur vooraf bekend gemaakt te
worden aan de arbeiders.
Procedure voor de
eerste 130 uren
Ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging: mededeling aan de
voorzitter van het paritair comité.
Zie bijlage 1 “Brief aan de
Voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf”
Ondernemingen met vakbondsafvaardiging: de meerderheid van de vakbondsafvaardiging
moet instemmen met de
invoering van KB 213 in uw onderneming.
Procedure voor de 50
daaropvolgende overuren
Ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging: De werkgever dient een
protocol van toetreding te ondertekenen samen
met minstens één arbeider. Dit protocol moet ook ondertekend
worden door de gewestelijke vakbondssecretarissen.
Zie bijlage 2 “Protocol van
toetreding”
Ondernemingen met vakbondsafvaardiging: de meerderheid van de
vakbondsafvaardiging moet instemmen met de
invoering van KB 213 in uw onderneming.
Loontoeslag
of inhaalrust
De werknemer heeft de keuze tussen het omzetten van de overuren in
inhaalrust, dan wel uitbetaling van de overuren.
Deze keuze dient gemaakt te worden voor het einde van de
betaalperiode waarin deze uren worden gepresteerd. Indien de
arbeider geen keuze maakt, worden inhaalrustdagen toegekend.
De inhaalrustdagen worden toegekend in onderling overleg binnen de
12 maanden na de prestatie van de
bijkomende uren à rato van 1 rustdag per 8 bijkomend gepresteerde
uren. Op het moment van het opnemen van
de inhaalrust worden deze bijkomende uren betaald aan 100%.
Voorheen diende de inhaalrust steeds binnen de 6 maanden genomen
te worden.
Indien de werknemer uitbetaling wenst, dient de werkgever deze te
vergoeden tegen 120% bij de eerstvolgende
betaling die volgt op de prestatie van de overuren.
Zaterdagwerk in het kader van KB 213
Het is mogelijk om in het kader van KB 213 tewerkstelling op
zaterdag te organiseren gedurende 96 uren van de 130/180
meeruren i.k.v KB 213 mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan:
Enkel voor werken:
o die op
geen ander moment kunnen worden uitgevoerd;
o waarbij de
gelijktijdige uitvoering van bouwactiviteiten en andere activiteiten op
dezelfde plaats risico’s
inhoudt voor de veiligheid en/of gezondheid van de
werknemers/derden;
o die om
technische redenen niet combineerbaar zijn met andere activiteiten;