DOEL:
Via deze procedure worden de afspraken vastgelegd m.b.t. vaccinatieverlof.
BEPERKINGEN:
Deze procedure is opgesteld op basis van de wet dat is goedgekeurd door het Federaal Parlement. Deze wet is echter nog niet in het staatsblad verschenen op datum van 06/04/2021.
WAT HOUDT HET RECHT OP KLEIN VERLET VOOR VACCINATIE TEGEN HET CORONAVIRUS IN ?:
Het recht op klein verlet
houdt in dat de werknemer
zonder loonverlies van het werk afwezig mag zijn, wanneer
hij zich tijdens
de werkuren laat vaccineren tegen het coronavirus COVID-19. De werknemer
heeft dit recht gedurende de tijd die nodig is voor de vaccinatie.
VOOR WIE GELDT DEZE WET?
De wet is van toepassing op alle werknemers en werkgevers die met elkaar zijn verbonden door een arbeidsovereenkomst. Onder meer jobstudenten, uitzendkrachten en werknemers die telewerk verrichten vallen daar dus onder.
WAT IS DE DUUR VAN HET KLEIN VERLET VOOR VACCINATIE?
De werknemer beschikt over het recht op klein verlet voor de tijd die nodig is om zich te laten vaccineren. Dit omvat zowel de tijd die wordt doorgebracht in het vaccinatiecentrum, als de tijd die nodig is om zich te verplaatsen naar en van de locatie waar de vaccinatie zal plaatsvinden. Dit geldt voor beide vaccinaties, indien van toepassing.
WAT MOET DE WERKNEMER DOEN OM ZIJN RECHT OP KLEIN VERLET UIT TE OEFENEN?
Indien de vaccinatie van de werknemer plaatsvindt
tijdens zijn werkuren en de werknemer daarvoor
gebruik wil maken van zijn recht op klein verlet, moet hij de werkgever op voorhand verwittigen van zijn
afwezigheid. Hij moet dit zo spoedig mogelijk doen van zodra het tijdstip of
tijdsslot van de vaccinatie voor hem bekend
is.
De werknemer mag het recht op klein
verlet alleen maar gebruiken voor het doel waarvoor het is toegestaan, nl. zich laten vaccineren tegen het COVID-19
virus.
De regels van het vaccinatieverlof zijn evenmin van toepassing wanneer
de werknemer zich laat vaccineren tijdens een dag waarop hij inhaalrust geniet.
De werknemer heeft ook geen recht op klein verlet
wanneer hij zich laat vaccineren buiten de werkuren.
DIENT DE WERKNEMER ENIG BEWIJS VOOR TE LEGGEN WANNEER HIJ ZIJN RECHT OP KLEIN VERLET UITOEFENT?
Alleen als de werkgever hem daarom verzoekt, moet de werknemer bewijzen dat hij zijn recht op klein verlet heeft gebruikt om zich te laten vaccineren. Dit gebeurt door aan de werkgever het document te tonen dat de afspraak bevestigt om op een bepaald tijdstip aanwezig te zijn op een plaats waar de vaccinatie wordt toegediend.
WAT ALS DE WERKENEMR ZIEK WORDT NA DE VACCINATIE?
Het recht op klein verlet heeft betrekking op de vaccinatie zelf. Indien de werknemer ten gevolge van de vaccinatie ziek zou worden, dan gelden de gewone regels inzake arbeidsongeschiktheid en gewaarborgd loon.